De geschiedenis van het geld: een kort overzicht

Betaalmiddelen in de Oudheid
Toen onze voorouders leerden hoe ze metalen konden maken, werd de handel gemakkelijker. Dit was omdat metalen, zoals goud, zilver, tin en ijzer voor iedereen waardevol waren. Zo kon een boer zijn vee omruilen voor een bepaald gewicht in zilver, en later wat van dit zilver gebruiken om zijn belastingen mee te betalen. Op deze manier werden waardevolle metalen en andere voorwerpen een 'waardemaatstaf', een 'ruilmiddel' en een middel om 'waarde te bewaren' tot het moment dat deze nodig was. Dit filmpje geeft weer hoe ruilhandel geleidelijk aan vervangen werd door metaal:





De eerste munten werden ongeveer 2600 jaar geleden in Klein-Azië vervaardigd. De oude Grieken namen dit nieuwe idee snel over en begonnen met het produceren van zilveren en bronzen munten, zoals de zilveren drachme. Deze oude munten bevatten een bepaald gewicht van een metaal dat een bepaalde waarde had. Om het gewicht en de waarde te garanderen, werden de munten bedrukt met een stempel van de koning, de stad of het land dat de munten uitgaf.

De eerste Europese munteenheden
In het oude Rome werden de munten geproduceerd in de tempel van Juno Moneta, en dat is ook waar het woord 'munt' vandaan komt. Toen het Romeinse Rijk verder uitbreidde, werden deze Romeinse munten overal in Europa als ruilmiddel aanvaard, van de Britse Eilanden tot Turkije: de eerste pan-Europese munteenheid. Hoe deze munten er precies uitzagen, dat kan je zien op figuur 1, dit is namelijk één van de opgegraven munten uit die tijd.

Figuur 1: Zilveren munten uit het oude Rome


Toen het Romeinse Rijk later uiteenviel en de landen van Europa vorm begonnen te krijgen, behield elk land de controle over zijn eigen muntstelsel. De vele verschillende munten en munteenheden die voor de euro bestonden, waren erfenissen van deze Europese naties. Deze munten waren vaak genoemd naar meeteenheden, zoals de Italiaanse lire en de Finse marka, omdat de munten oorspronkelijk een vaste hoeveelheid goud en zilver bevatten. Het probleem met vele munteenheden is dat de wisselkoersen tussen de munteenheden, afhankelijk van het succes van de individuele economieën, sterk kunnen verschillen. Dit maakt de handel tussen landen risicovol en schrikt af.


Eenheidsmunten doorheen de geschiedenis
Om de handel in Europa te bevorderen tussen Europese landen werden de voorbije eeuwen al een aantal monetaire unies en eenheidsmunten uitgeprobeerd. Sinds de 19e eeuw werden een aantal eenheidsmunten gelanceerd zoals de Latijnse Monetaire Unie (Frankrijk, België, Zwitserland, Griekenland en Bulgarije) of de Scandinavische Unie, maar deze verdwenen na korte tijd, onder meer omdat er geen duidelijke regels bestonden over de productie van de munten. Het idee voor de huidige Europese eenheidsmunt, de Euro, werd reeds in de jaren zestig geopperd. Na een mislukte poging begin jaren zeventig, werden in 1989 de eerste stappen gezet om tot een eenheidsmunt te komen. Drie jaar later, in 1992 werd het finale akkoord gesloten dat tot de oprichting van een Europese eenheidsmunt leidde, net als de oprichting van een Europese Centrale Bank (ECB). De ECB is een overkoepeling van de nationale banken waar de euro als betaalmiddel gebruikt wordt. De Europese Centrale Bank bepaalt namelijk het monetair beleid - of geldbeleid- dat er gevoerd wordt. Momenteel tellen we 17 landen die toegetreden zijn tot deze muntunie : België, Duitsland, Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland, Griekenland, Slovenië, Cyprus, Malta, Slowakije en Estland. Deze groep van landen wordt ook wel eens de eurozone genomen. Bovendien zijn er nog een aantal landen, zoals Montenegro, Kosovo die de Euro als munteenheid gebruiken, hoewel ze geen lid zijn van de eurozone. Figuur 2 geeft een overzicht van de 17 landen die vandaag tot de eurozone behoren alsook van de landen die wel tot de Europese Unie horen, maar een ander betaalmiddel gebruiken. De niet-eurolanden worden eveneens weergegeven.Je kan deze figuur ook online raadplegen via https://www.ecb.europa.eu/euro/intro/html/map.nl.html. Hij geeft namelijk op een interactieve manier weer of het land dat je selecteert de euro als betaalmiddel gebruikt. Indien dit het geval is, wordt er ook weergegeven wanneer hij werd ingevoerd als betaalmiddel.

Figuur 2: Overzicht van de eurolanden, 
niet-eurolanden en landen buiten de Europese Unie.